STANDPUNTEN

Herstel van natuur en biodiversiteit. De vervuiler betaalt.

SAMENVATTING

Herstel van milieu en natuur is prioriteit. Visserij wordt sterk ingeperkt. Sleepnetten, lawaai onder water en sportvissen verbieden we. Via een wereldwijd programma maken we de oceanen schoon. Koraalriffen worden beschermd.
De industrie bouwen we om naar een circulair systeem. Wereldwijd bouwen we de fossiele industrie versneld af. Toepassing van cement, beton, staal en aluminium kan alleen nog via recycling. De 100 grootste CO2 uitstotende bedrijven (verantwoordelijk voor 70% van de wereldwijde CO2 uitstoot) bouwen we om naar recycling bedrijven of leveranciers van duurzame energie. Wereldwijd voeren we een programma door voor herstel van bossen. Door de maximum transportafstanden voor producten zijn containerschepen niet meer nodig.

MOTIVATIE

De Zesde Extinctie

In 2018 is 60% van alle diersoorten verdwenen vergeleken met het jaar 1970. In Zuid en Centraal Amerika is dat zelfs 89%. Sinds 1970 is 83% van de diersoorten die in zoet water leven, verdwenen. We zitten dus midden in een massale extinctie.
In de geschiedenis gebeurden vijf keer eerder massale extincties van deze omvang. Dat betekent periodes waarin meer dan 70% van alle diersoorten verdween. Oorzaken waren vulkaanuitbarstingen, meteoorinslagen, zeeniveaudaling door ijstijden en tektonische bewegingen. We zitten nu in de zesde extinctie. Het grote verschil met vroegere extincties is dat deze extinctie nu veel korter duurt (minder dan honderd vijftig jaar) dan de voorgaanden die tussen vijfduizend en zestigduizend jaar duurden.
Voorbeelden van soorten die de laatste decennia uitgestorven zijn of bijna verdwenen zijn: de kikker (die al vierhonderd miljoen jaar bestaat), de Sumatraanse neushoorn, witte en zwarte neushoorn, de panda, tijger, kraanvogel, Aziatische olifant, grijze wolf, zeeotter, luipaard, gorilla, Tasmaanse duivel, orang-oetang, Aziatische leeuw, condor, Chinese alligator, albatros, Afrikaanse cheeta, tonijn, bonobo, lynx, zebra, waterbuffel, giraffe. Zo’n 50% van alle resterende diersoorten op aarde loopt het risico op korte termijn uit te sterven.
We zitten nu midden in de zesde extinctie. Deze extinctie voltrekt zich veel sneller. De oorzaak is deze keer de mensen. De mensen veroorzaken een nieuwe klimaatverandering, de mensen laten het leefgebied van dieren verdwijnen en vervuilen dit leefgebied. De mensen consumeren alle dieren. De mens is dominant geworden en maakt het andere soorten onmogelijk om te overleven.

Ontbossing
In de honderd vijftig duizend jaar dat de mens op aarde is, hebben we de aarde verbouwd. De meeste bossen zijn gekapt, de meeste dieren gedood (direct of indirect), de meeste leefgebieden van wilde dieren zijn ingepikt voor steden, vliegvelden, wegen, graasvelden, akkers en industrieën. In 2018 is ongeveer 95% van al het ijsvrije land op aarde vol van menselijke activiteit.
De meeste natuurlijke hulpbronnen zoals vruchtbare grond, olie, gas, drinkwater, mineralen en metalen hebben we voor een groot deel geconsumeerd. De belangrijkste oorzaak van het uitsterven van diersoorten op dit moment is ontbossing ten behoeve van veelteelt en overbevissing van oceanen. In 2018 werd ongeveer één ha (een voetbalveld) regenwoud per seconde gekapt, vooral voor graasland of voedselproductie voor de veestapel.

Visserij
Voor iedere kilo vis wordt ongeveer vijf kilo bijvangst gevangen zoals haaien, schildpadden, walvissen et cetera. Er worden bijvoorbeeld jaarlijks zo’n veertig miljoen haaien als bijvangst uit de oceanen gehaald. Vergelijk dit : Stel je voor dat een jager een wild zwijn schiet en de bijvangst, drie eenden, een damhert, een adelaar en een neushoorn.
In 1950 haalde de mens zo’n achtentwintig miljoen ton vis uit de zee. In 2018 is dat zo’n honderd twintig miljoen ton. De grootste dieren in de oceanen dalen het snelst in aantal (walvis, haai, zeeleeuw, tonijn, zeeschildpad en dolfijn). De oceanen zijn in 2050 compleet visloos. In 2018 is ongeveer 75% van de vissoorten uitgeput.
Kweekvis lijkt op het eerste gezicht een goede oplossing, maar is dat niet. Grootschalige kweek vis activiteit is vergelijkbaar met veeteelt. Er is zeer veel voedsel nodig voor de kweekvis, voornamelijk vis (ansjovis, haring en sardines). En net als bij veeteelt is veel vis op een klein oppervlak vatbaar voor infecties en ziektes. Bijvoederen met antibiotica draagt weer bij aan een toename van resistente bacteriën. Kweekvis produceert veel afval (poep) die ook weer bijdraagt aan de vervuiling van de zee. Niet duurzaam.

Lekker warm
Een probleem van klimaatverandering is, dat de watertemperatuur van oceanen hoger wordt. De meeste extra warmte door klimaatverandering, ongeveer 90%, wordt namelijk opgenomen door de oceanen. De hoeveelheid warmte (in Joules) die per seconde aan de oceanen wordt toegevoegd is vergelijkbaar met vijf atoombommen van de soort die op Hiroshima neerkwamen.
De totale hoeveelheid warmte die de afgelopen honderd vijftig jaar is opgenomen door de oceanen is duizend maal de jaarlijkse energieconsumptie van de hele wereldbevolking. De afgelopen dertig jaar is het proces van warmte opname versneld.
Het probleem is dat een hogere temperatuur een goede voedingsbodem is voor algen die de zuurstof uit het water halen. Op dit moment verhuizen veel vissoorten naar koudere wateren. Tweehonderd vijftig miljoen jaar geleden verdween 95% van het leven in zee en 70% van het leven op het land door klimaatverandering door toename van broeikasgassen als gevolg van een aantal grote vulkaanuitbarstingen.

Zeespiegel
Eén van de gevolgen van klimaatverandering is het feit dat de zeespiegel stijgt, dit is in ieder geval sinds 1880 aan de hand. In de periode 1900 – 2016 is de zeespiegel tussen zestien en eenentwintig cm gestegen. Stijging van de zeespiegel is een directe bedreiging voor mensen die in een kustgebied wonen. Het meest kwetsbaar zijn de mensen in de armste delen van de wereld.
De belangrijkste oorzaak van stijging van de zeespiegel is het smelten van landijs, bijvoorbeeld op Groenland (15%), Antarctica (8%) en het smelten van gletsjers (21%). Een andere oorzaak is de uitzetting van water doordat het water warmer wordt (42%). Hoeveel de zeespiegel precies gaat stijgen is niet duidelijk.
Verschillende studies geven geschatte stijgingen aan in het jaar 2100 van zestig centimeter tot twee meter zeventig centimeter. Wetenschappers vrezen een versterkend effect door toename van (donker) wateroppervlak dat nog meer warmte absorbeert. IJs is wit en kaatst zonlicht terug de ruimte in.
Als al het landijs op Groenland en Antarctica smelt stijgt de zeespiegel vijfenzestig meter.

Vervuiling
De mens heeft lang gedacht dat de oceanen zo groot waren dat afval weinig effect zou hebben. Het tegendeel blijkt waar. Per jaar komt acht miljoen ton plastic in zee terecht. Hoeveel dat is? Een vrachtauto vol plastic per minuut. Naast de grotere plastic deeltjes zoals flesjes, zakjes, sigarettenfilters en ballonnen zijn het vooral de microscopisch kleine deeltjes die de grootste schade aanrichten.
Een groot deel van de koeienpoep komt in onze oceanen terecht. Zo’n 80% van de vervuiling in zee komt van het land via de loop van rivieren, regen, erosie en wind. Het gaat bijvoorbeeld om pesticiden, chemicaliën, afval, metalen, radioactief afval, olie en plastic.
Wetenschappers hebben geteld zo’n vijfhonderd dode zones in zee waar geen leven meer mogelijk is door het ontbreken van zuurstof. Dit komt overeen met een gebied ter grootte van het Verenigd Koninkrijk. Containerschepen verliezen per jaar zo’n tien duizend containers vol met spullen in zee.
Deze vervuiling wordt snel opgenomen in de voedselketen in zee en wordt daarmee weer verder verspreid, terug naar de mens. Vissen zien plastic als voedsel. Helaas zijn het vooral de niet zichtbare deeltjes die de grootste schade toebrengen. Menselijke activiteit zorgt ook voor lawaai onder water. Denk aan boren onder water, het gebruik van explosieven en sonar. Geluid draagt onder water veel sneller en verder dan door lucht. Veel vissen gebruiken geluidsgolven om te navigeren en voedsel te vinden. Door het lawaai lukt dat niet meer.

Koraal

Koraalriffen worden wel de regenwouden van de zee genoemd. De algen die in koraalriffen leven, zorgen voor voeding en kleur van het koraal. Deze algen zijn extreem gevoelig voor temperatuurschommelingen. Door opwarming van de oceanen sterven de algen af en verbleken de koralen. Andere oorzaken van het afsterven van koraalriffen zijn vervuiling, vis(sleep)netten, vissen met dynamiet of vergif, verzuring en menselijke activiteit (snorkelen). Inmiddels is 60% van al het koraal verloren.
De algen kunnen zich wel herstellen, maar dat duurt erg lang en vaak wordt het herstelproces verstoord. Het Great Barrier Reef in Australië bijvoorbeeld is inmiddels voor een groot deel verbleekt. Ongeveer 25% van al het leven in zee heeft het koraal als leefgebied dus als het koraal afsterft, verdwijnen ook de planten en dieren in zee. Het gaat hier om ongeveer honderd duizend soorten planten en zeedieren.

Waarheid
Op de klimaattop in Parijs in december 2015 is afgesproken dat koolstofdioxide uitstoot in 2050 in balans moet zijn met de natuurlijke opslagcapaciteit van koolstofdioxide van de aarde.

Slechts honderd bedrijven zijn de uitstoters van 70% van de broeikasgassen. Deze moeten worden omgebouwd naar recycling bedrijven of leveranciers van duurzame energie.

© voor deze webpage: Copyright: HuManifest , Gerd-Jan Frijters, ISBN: 978-94-638-9575-0 , Uitgeverij Boekscout Soest , www.boekscout.nl, 2019

Deel op facebook !