STANDPUNTEN

Goed onderwijs voor iedereen.

Verplicht onderwijs tot 18 jaar.

De gezondheidssector wordt een non profit sector. Dus ook de farmaceutische industrie wordt non profit.

SAMENVATTING

We voeren wereldwijs een onderwijs programma in zodat het gewenste niveau overal gelijk is. Onderdeel van dit onderwijsprogramma is bewustzijn van overbevolking en anticonceptie, kennis van het brein en oefenen in zelfreflectie. Kinderen tot achttien jaar gaan verplicht gratis naar school.

De gezondheidszorg wordt omgebouwd naar een non profit sector . Dit geldt ook voor verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen en de farmaceutische industrie.

MOTIVATIE

Opleiding

De helft van alle mensen heeft een slechte opleiding. Een onvoldoende opleiding voor voor lezen en rekenen.

Drieënzestig miljoen kinderen wereldwijd volgen geen basisonderwijs en van de kinderen met een handicap gaat maar 50% naar school.
In conflict gebieden zijn 75 miljoen kinderen die moeten stoppen met school.

Tweehonderd vijftig miljoen kinderen volgen zo’n slechte opleiding dat ze niet eens leren lezen en schrijven.

Scholen in ontwikkelingslanden hebben vaak geen elektriciteit en goed sanitair.
Een onderzoek in de sloppenwijken van Bangladesh liet een gemiddelde leeftijd zien van 11 jaar oud waarop kinderen stopten met school en gingen werken, vooral in de kledingindustrie. De belangrijkste reden is het aanvullen van het familie inkomen. Het probleem is dus gigantisch in ontwikkelingslanden, wederom een direct gevolg van ongelijkheid. De meeste ontwikkelingslanden spenderen jaarlijks veel meer geld aan het leger dan aan onderwijs. Onderwijs tot de leeftijd van achttien jaar is een basisrecht.

Spiraal

Helaas zijn het vooral kinderen van ouders die zelf geen noemenswaardige opleiding hebben, die niet naar school gaan of die voortijdig stoppen met een opleiding. In de allerarmste landen gaat minder dan 20% van de kinderen naar school. Dat geldt zeker voor kinderen in sloppenwijken. In plaats daarvan worden ze aan het werk gezet, vaak onder slechte arbeidsomstandigheden. Het gemiddelde aantal uren dat een kind werkt ligt op vierenzestig uur per week.

Meer dan 95% van deze kinderen heeft geen arbeidscontract, dus ook geen rechten. Kinderen worden vaak gedwongen tot overwerk, extra werk of werken in gevaarlijke of ongezonde arbeidsomstandigheden. Gevaarlijke omstandigheden betekent werken met gevaarlijke stoffen zonder bescherming, werken onder zware lichamelijke belasting, werken in hitte, werken in veel lawaai, of het werken met niet goed afgeschermde machines.

Deze situatie is een gevolg van productie met laagste lonen: “race naar de bodem”. Dit met als doel goedkope producten. De kansen voor deze kinderen op een goede toekomst zijn hiermee nagenoeg verkeken. Een wereldwijd onderwijsprogramma kan deze negatieve spiraal doorbreken.

Sociale vaardigheden

Healthy Earth pleit voor een wereldwijd gecoördineerd onderwijsprogramma, niet alleen gebaseerd op kennis, maar ook op metacognitieve vaardigheden zoals zelfbewustzijn, zelfreflectie, zelfsturing, kritisch en creatief denken, doorzettingsvermogen en leren leren. En daarnaast sociale vaardigheden zoals menselijke interactie, compassie, besluitvorming, positief communiceren, samenwerken, verantwoordelijkheid nemen, waarden en gedeelde overtuigingen.

De belangrijkste kennisgebieden in het onderwijsprogramma zijn de basisprincipes van het brein, technologie en respect voor religie. Ook is het belangrijk dat kinderen leren verschillende teksten te interpreteren, bijvoorbeeld van een bijsluiter bij een medicijn, of een brief van een bank of literatuur. In religieuze opleiding moet altijd tolerantie zijn voor andere zienswijzen.

Verplicht en gratis

Ongeveer 70% van alle landen hebben verplicht en gratis onderwijs. In sub Sahara Afrika is dit maar 40%. Goed onderwijs wordt gezien als de basis voor de andere Sustainable Development Goals (SDG’s) zoals gezondheid, water, hygiëne en voedselveiligheid. Beter opleidingsniveau in een land, hoe kleiner de kans op ziektes zoals kanker, diabetes en luchtwegproblemen. Hoe hoger het opleidingsniveau hoe kleiner het aantal rokers of mensen met obesitas.

Een beter schoolsysteem helpt om het tekort aan medewerkers in de gezondheidszorg te reduceren en geeft nieuwe leraren. Boeren met een betere opleiding hebben een betere opbrengst van hun veestapel en landbouwgrond. Een schatting is 8% extra opbrengst per extra jaar naar school. Ook zijn deze boeren eerder geneigd om duurzame energie in te zetten.

Centraal onderwijs

De kwaliteit van het onderwijs verschilt zeer per land. In ontwikkelingslanden is er vaak wel een school, maar kinderen leren nauwelijks de basisvaardigheden zoals begrijpend lezen of rekenen. Hoe rijker het land hoe beter de kwaliteit van het onderwijs. Goed onderwijs verhoogt de kansen op het vinden van werk, verhoogt de kans op een goede gezondheid en verlaagt de kans op armoede.

Een wereldwijd onderwijssysteem brengt de kwaliteit van onderwijs op hetzelfde niveau. Het transparant maken van leerresultaten is een belangrijk onderdeel van zo’n systeem, niet om te straffen of te belonen, maar om van elkaar te kunnen leren.

Het veranderen van een onderwijssysteem is zeker mogelijk. Neem nu Zuid Korea als voorbeeld, in 1950 was dit land door oorlog verscheurd en het percentage analfabeten was zeer hoog. Op dit moment heeft Zuid Korea een hoog kwalitatief onderwijssysteem.

Aanpak

Kinderen moeten een goede nachtrust en een stevig ontbijt hebben. En dan naar school gaan. Armoede en ondervoeding belemmeren de ontwikkeling van het brein van het kind. Daarnaast hebben kinderen uit arme gezinnen geen boeken, schriften, schrijfgerei, laptop of rekenmachine. Een basisinkomen is hiervoor wederom de oplossing.

We moeten aandacht besteden aan de opleiding, vaardigheden en motivatie van docenten. In sub Sahara Afrika presteert een gemiddelde zesde klas leraar hetzelfde op de leestest als de beste leerlingen in zijn of haar klas.

In arme landen is politieke instabiliteit of gebrek aan prioriteit voor onderwijs, geldgebrek, conflicten of andere crises waardoor het onderwijs zich niet kan doorontwikkelen. Speciale aandacht in het onderwijsprogramma is nodig voor empowerment van vrouwen.

Religieuze scholen moeten tolerantie tonen voor andere denkwijzen.

Driemaal daags

Drie keer per dag een stevige maaltijd is geen vanzelfsprekendheid in de wereld. De wereldbevolking heeft steeds meer te maken met slechte voeding, voor sommige bevolkingsgroepen betekent dit te weinig en te eenzijdig voedsel, voor anderen betekent dit te veel en te vet of te zoet voedsel. Het dieet voor een gemiddelde Amerikaan bevat drieduizend calorieën, dat voor een gemiddelde Indiër vijftien honderd. Slechte voeding verhoogt de kans op hart en vaatziekten, kanker, diabetes en beroertes.

In veel arme landen is ondervoeding een structureel probleem. In het jaar 2017 waren er honderd vierentwintig miljoen mensen in eenenvijftig landen die een voedselprobleem hadden door conflicten of natuurrampen (vooral droogte, zware stormen of overstroming door klimaatverandering), vooral in Afrika, Zuid Oost Azië en het Midden Oosten. De beschikbaarheid van voedsel in vluchtelingenkampen is dramatisch.

Ook de beschikbaarheid van vers water is geen vanzelfsprekendheid in grote delen van de wereld. Ongeveer 40% van de wereldbevolking heeft te maken met waterschaarste. Ongeveer één miljard mensen heeft geen toegang tot schoon drinkwater. De vervuiling van rivieren en meren gaat sneller dan de natuur kan bijbenen. Dubbele pech voor deze arme landen waar oogsten mislukken door droogte of overstromingen.

Ondervoeding

200 miljoen kinderen onder de leeftijd van 5 jaar zijn door ondervoeding of te klein of te dun. Structurele ondervoeding bij kinderen leidt tot achterblijvende cognitieve ontwikkeling en slechte schoolprestaties.

Obesitas

In de wereld heeft 40% van de mensen overgewicht (Body Mass Index of BMI ≥ 25). Zeshonderd tweeënzeventig miljoen mensen lijden aan obesitas (BMI ≥ 30). Van alle kinderen onder de vijf jaar zijn achtendertig miljoen te zwaar.

Voedselbeschikbaarheid

In veel arme landen (wederom vooral in Afrika) stijgen de voedselprijzen dramatisch. Deze arme landen waar de kosten aan voeding vaak al zo’n 65% van het inkomen beslaan, zijn extra kwetsbaar. Een oorzaak van deze prijsstijgingen is mislukte lokale oogsten. Dit is een rechtstreeks gevolg van klimaatverandering en degradatie van landbouwgrond. Ongeveer 40% van de landbouwgronden is inmiddels gedegradeerd.

Klimaatverandering versnelt degradatie van land en gedegradeerd land neemt minder koolstofdioxide op. Klimaatverandering en degradatie van land versterken elkaar dus.

Veel graanoogsten wordt gebruikt om de veestapel te voeden en om biodiesel of ethanol van te maken ten behoeve van brandstof. Een derde oorzaak is de sterke bevolkingsgroei.
Toename van de vraag laat de prijzen stijgen. Een vierde oorzaak is inflatie. Omdat teveel geld in omloop wordt gebracht, is geld minder waard, waardoor de prijzen stijgen.

Van al het geproduceerde voedsel gaat 25 tot 30% verloren. Dit gebeurt vooral doordat voedsel simpelweg weggegooid wordt.

Gezondheidszorg

Een belangrijke maatregel is dat gezondheidszorg een non profit sector wordt. Dit geldt ook voor verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen en de farmaceutische industrie. De effecten van private financiering op de gezondheidszorg zijn niet wenselijk. In de gezondheidszorg dient maar één doel voorop te staan en dat doel is zorg voor de patiënt, en dus niet het maken van financiële winst.

© voor deze webpage: Copyright: HuManifest , Gerd-Jan Frijters, ISBN: 978-94-638-9575-0 , Uitgeverij Boekscout Soest , www.boekscout.nl, 2019

Deel op facebook !