STANDPUNTEN
Ongelijkheid en armoede worden uitgebannen door een eerlijke economie te bouwen. Een basisinkomen is hier onderdeel van.
Wereldwijd belasting stelsel.
Wereldwijde reset van schulden van landen.
Behoeftes realiseren binnen de draagkracht van aarde (Donut economie – Kate Raworth). Menselijke “behoefte”, waarbij “draagkracht” ruimte voor andere diersoorten bevat.
MOTIVATIE
Ongelijkheid
De kloof tussen de rijken en de rest van de wereld wordt steeds groter. Een kleine groep mensen profiteert van bedrijfswinsten. De rijken vermeerderen hun kapitaal (rente op rente).
De grote meerderheid (de armen en de middenklasse) hebben vaak schulden. De rentes die betaald worden op al deze schulden komen uiteindelijk weer terecht bij de rijken.
Rendement
Vermogende mensen gebruiken de beste adviseurs en investeren in projecten met opbrengst die hoger is dan de rente op een spaarrekening. Nagenoeg alle winsten worden herbelegd. Vermogende mensen zijn machtiger en hebben meer invloed op politieke beslissingen die gunstig voor ze uitpakken.
Geld maakt nog meer geld. Hoe groter het kapitaal hoe hoger het rendement, niet alleen absoluut, maar ook procentueel. Kapitaal groeit sneller dan de markten. Daarnaast is belasting op kapitaal relatief laag. Groot kapitaal groeit en betaalt weinig belasting.
Managers in rijke landen verdienen soms wel tot driehonderd keer het salaris van de gemiddelde medewerker. Ze worden beloond door investeerders en aandeelhouders op basis van kortetermijn winst. Daarom stijgen de salarissen van de medewerkers nauwelijks. Kortetermijn winst betekent dat de kosten zo laag mogelijk moeten blijven.
Versnelling
Een hoger rendement op investeringen jaar op jaar leidt tot exponentiële groei van het vermogen. Vermogende mensen maken meer gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten, crypto) die het rendement op hun kapitaal nog verder omhoog stuwen. De eerste grote vermogens werden opgebouwd door het uitbuiten van arme landen, eerst door gewelddadige invallen en vervolgens door het stichten van koloniën. De kosten werden laag gehouden door de inzet van slaven en recenter door oneerlijke handelsovereenkomsten en multinationale bedrijven die lage lonen landen opzoeken.
2018: 10% van de bevolking bezit 85% van het kapitaal in de wereld. 1% van de mensen heeft 67% van het kapitaal in de wereld. Je zou dit moderne slavernij kunnen noemen.
Verliesaversie
Vóór de landbouwrevolutie, twaalf duizend jaar geleden, bezittingen waren niet belangrijk. Bezittingen betekenden immers extra gewicht om naar de volgende nederzetting te reizen. Toen mensen begonnen te wonen op permanente boerderijen, mensen begonnen dingen te verzamelen door meer te produceren dan strikt noodzakelijk. Het hebben van meer dingen werd een doel en onze hersenen ontwikkelden een verliesaversie, bang om bezittingen kwijt te raken.
Verliesaversie is de basis van de economie op basis van schaarste (behoefte versus beschikbaarheid van schaarse middelen) zoals we die van daag kennen. We hebben manieren ontwikkeld om onze welvaart te vergroten. De veronderstelling ontstaat dat economische groei goed is. De winsten groeiden en een financieel systeem is gemaakt; met gemakkelijk printen van nieuw geld en rentebetalingen.
Armoede
2018: Meer dan één miljard mensen verdienen een inkomen van minder dan $ 1,25 per dag. 70% van de wereldbevolking verdiende een inkomen van minder dan $ 10,- per dag. Het percentage mensen dat in extreme armoede leeft (minder dan $ 1,25 per dag) daalt gelukkig wel.
Absolute armoede
De grens voor absolute armoede is wereldwijd gesteld op een inkomen van $ 1,90 per dag.
Absolute armoede betekent in de praktijk dat basisbehoeften ontbreken zoals voedsel, schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen, elektriciteit, gezondheid, onderdak, opleiding, cognitieve ontwikkeling en informatie. Twee en een half miljard mensen in de wereld hebben bijvoorbeeld geen toegang tot een fatsoenlijk toilet.
Absolute armoede komt het meest voor in Afrika en Azië. Dit is een rechtstreeks gevolg van het vrije markt denken. Afrika heeft instabiele en heeft corrupte overheden. Afrika exporteert basisgrondstoffen voor de rest van de wereld, tegen veel te lage prijzen. In Afrika is continu dreiging van conflict of oorlog.
De kansen voor mensen die in armoede leven, zijn slecht. De levensverwachting is laag en de kans om in criminaliteit terecht te komen is hoog. Kinderen maken hun school niet af en velen belanden op straat. Naar schatting zijn er zo’n honderd miljoen straatkinderen op de wereld. Velen hiervan komen terecht in de prostitutie.
Relatieve armoede
Relatieve armoede is als iemand in een land leeft en niet de middelen heeft om een minimale levensstandaard te behalen.
Deze grens voor relatieve armoede hangt af van de kosten voor basisvoorzieningen en de levensstandaard in een land. In Amerika bijvoorbeeld is de armoedegrens gesteld op $ 15 per dag. In Europa wordt de armoedegrens gesteld op 60% van het doorsnee inkomen. In Europa komt relatieve armoede vooral voor aan de Oostgrens. In Nederland ligt de armoedegrens op zo’n $ 35 per dag. In Nederland voldoet zo’n 4% van de bevolking hieraan. Armoede in Europa betekent in de praktijk mogelijk geen geld voor nieuwe kleding, reizen, nieuwe meubelen of een nieuwe wasmachine. Echter aan de basisbehoeften wordt over het algemeen wel voldaan.
Hoe armer de mensen hoe hoger het percentage van het inkomen dat naar voedsel gaat. Dit betekent dat zij veel vatbaarder zijn voor prijsstijgingen van voeding. En de prijs van voedsel stijgt door degradatie van landbouwgrond, droogte en het feit dat veel graanopbrengst wordt gebruikt voor diervoeding en biobrandstof. De hogere prijzen komen helaas niet ten goede aan land- en akkerbouwers.
Ongelijkheid en armoede moeten worden uitgebannen door een eerlijke economie te bouwen. Een eerlijke economie voor iedereen in plaats van enkelen.
Een medewerker in flexibel dienstverband heeft dezelfde rechten en plichten als een medewerker in vast dienstverband. Een medewerker die goed functioneert, mag niet ontslagen worden zolang het bedrijf winst maakt. Financiële targets en bonussen voor managers worden uitgebannen. Een onderneming betaalt 20% van de bruto winst uit aan de medewerkers (ook de flexibele krachten). De directeur krijgt evenveel van deze bonus als de laagst betaalde medewerker. Dividenduitkeringen en salarissen van topmanagement krijgen een bovengrens.
De exponentiële groeifactor moet uit de economie worden gehaald door inflatie en rentetarieven op 0% te zetten en de economische groei onder 1% te houden. Vergeet niet dat tot het jaar 1800 de economische groei altijd onder de 1% lag. Vóór het jaar 0 bedroeg de economische groei bijna 0%. Een wereldwijde valuta is nodig om voor iedereen dezelfde kansen te geven.
Schulden
2018: De wereldwijde schulden (van landen, bedrijven en huishoudens opgeteld) zijn $ 240.000 miljard, ongeveer drie maal zoveel als de echte economie (wereldwijd Gross Domestic Product of GDP). Als percentage van het GDP is de schulden dus ongeveer 300%.
De schuld is sinds 1950 geëxplodeerd. De schuld is $ 90.000 per bewoner van de wereld. De schuld is opgebouwd uit overheidsschuld, particuliere schuld en bedrijfsschuld. Een derde van de totale schulden is Amerikaanse schuld. De helft van de schulden komt op het conto van Amerika, Japan en China. De schulden van China is de laatste tien jaar het hardst gegroeid. In ontwikkelingslanden groeit de schuld sneller dan in de meer ontwikkelde landen hoewel de armoede, ondervoeding en ongelijkheid niet afnemen. De laatste decennia zijn de schulden enorm gegroeid door de lage rente en lage belastingtarieven.
Scheef groei
Dit enorme schuldenstelsel verstoort de economie omdat de lasten (terugbetaling en rentebetalingen) worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. De achterliggende gedachte achter de vrije markt, namelijk dat iedereen profiteert van de nieuwe rijkdom, is helaas niet bewaarheid geworden.
De enorme economische groei sinds 1950 is voornamelijk gebaseerd op schulden. Steeds meer geld is gedrukt en uitgeleend tegen steeds lagere rentes. De explosie van schulden gaat niet gelijk op met een explosie aan economische groei en productiviteit. Sterker nog, steeds meer is geleend kapitaal nodig om op een gelijkblijvende economische groei te blijven. Deze scheefgroei kan niet oneindig doorgaan.
In 2018 is veel kapitaal in de markt, geleend tegen rentes van tegen de 0%. Het grootste deel van de leningen wordt gebruikt voor aanschaf van onroerend goed en consumptiegoederen. Leningen voor dit soort investeringen verhogen de productiviteit nauwelijks.
Het grootste deel van het geld dat in leningen omgezet wordt is gecreëerd door banken. Banken lenen elke dollar wel tien keer uit. Ik leen bijvoorbeeld 100 dollar voor aanschaf van een bedrijfspand. De 100 dollar wordt betaald aan de verkoper van het bedrijfspand die de 100 dollar terug naar de bank brengt. De bank leent vervolgens de 100 dollar opnieuw uit voor een andere lening aan iemand anders enzovoort. Dit is een belangrijke oorzaak voor een explosie van leningen.
Kwetsbaar
Dus geld genoeg, maar het wordt niet ingezet om de welvaart in de hele wereld te verhogen. In plaats daarvan komen alle winsten terecht bij diegenen die al rijk waren. Er is een verschuiving van ‘echt’ geld (cash, betaalrekening, spaarrekening) naar geld dat belegd is in crypto geld, onroerend goed en internetbedrijven. Het aandeel ‘echt’ geld in de totale economie is ongeveer 10%.
In China stijgen de schulden het snelst. Maar een groot verschil tussen China en de rest van de wereld is dat de schuld in China vooral binnenlands is. De schulden in Amerika en Europa zijn voornamelijk buitenlands en dus veel kwetsbaarder voor veranderingen in internationale betrekkingen, handelsconflicten, rentetarieven, beursschommelingen, politieke spanningen en kredietwaardigheidbeoordelingen.
De schulden zijn zo groot dat negatieve berichtgeving een spiraal op gang kan brengen. Een spiraal van paniek, met als gevolg nieuwe financiële crises. Aanleiding voor de financiële crisis van 2008 bijvoorbeeld was een overschot aan leningen van Amerikaanse consumenten voor het kopen van een huis.
Een onderdeel van een nieuwe eerlijke economie zonder exponentiële groei is het stoppen van ongecontroleerde groei van schulden. De eerste stap is een wereldwijde reset van alle overheidsschulden naar nul. De hoeveelheid geld in de wereld wereldwijd moet worden gecoördineerd. Overheidsschulden zijn niet meer toegestaan. Particuliere en bedrijfsleningen blijven mogelijk, maar op basis van rente onder de 2%, gekoppeld aan een strikt schema voor terugbetaling.
Banken, straks behorend tot de non profit sector, mogen iedere euro of dollar slechts nog maar één keer uitlenen. Derivaten, crypto geld en te complexe financiële producten worden verboden.
© voor deze webpage: Copyright: HuManifest , Gerd-Jan Frijters, ISBN: 978-94-638-9575-0 , Uitgeverij Boekscout Soest , www.boekscout.nl, 2019