SAMENVATTING
De oorzaak van grote wereldproblemen als ongelijkheid, klimaatverandering en vervuiling zit in ons eigen hoofd, waar een oud gedeelte slecht samenwerkt met een nieuw gedeelte. Het nieuwe gedeelte noemen we het mensenbrein; dit mensenbrein probeert rationeel te denken en rationeel te handelen. Maar helaas is het oude gedeelte ( het reptielenbrein ) de bestuurder van ons gedrag. Deze weeffout in ons hoofd zorgt voor eigenbelang, hebzucht, angst en wantrouwen richting anderen. Deze weeffout zorgt voor samenleving die op korte termijn en eigenbelang is gericht. We zien niet meer dat onze soort veel te snel groeit in aantal. De belangrijkste structuur in onze samenleving is de economie. Veel mensen zien de weeffout in ons brein. Bijna iedereen voelt de weeffout. Goede doelen en Non Gouvernementele Organisaties (NGO’s) doen goed werk om de symptomen van de weeffout te herstellen. Ook bestaan er talloze goede initiatieven om deelproblemen lokaal op te lossen. Maar dat is niet genoeg om een samenleving te creëren die gericht is op lange termijn en gezamenlijk belang.
HealthyEarth pleit voor een wereldwijd onderwijsprogramma , waarin kennis van het brein een belangrijk deel is.
Oplossing
Helaas gaat het nog een paar honderd duizend jaar duren voordat ons mensenbrein net zo krachtig is als ons reptielenbrein. Dus hebben we een andere oplossing nodig die soelaas biedt op korte termijn. Naast het onszelf meer bewust worden van hoe ons brein werkt zullen we de economie opnieuw moeten ontwerpen. En daarnaast zullen moeten zorgen voor eigenaarschap zodat de aarde bewoonbaar blijft. Healthy Earth komt met oplossingen voor de wereldwijde problemen en het doorbreken van de negatieve spiraal.
Dit is alleen door wereldwijde samenwerking mogelijk. Zolang mensen en landen zich blijven richten op eigenbelang gaat het niet lukken.
Politiek is de aangewezen manier om gezamenlijk aan oplossingen te werken. Leiders dragen de verantwoordelijkheid voor de aarde en al het leven hierop. Wereldleiders die alleen denken en handelen in het belang van zichzelf of in het belang van het eigen land dragen niet bij aan een betere wereld. Integendeel. We hebben wereldleiders nodig die in het belang van de hele aarde denken en handelen.
Wat als we niets doen?
Doorgaan op de huidige manier is een alternatief. Maar dan moeten we met de consequenties leven. Een korte impressie van het mogelijke leven over een tientallen jaren in de toekomst: Dan leven bijna elf miljard mensen op aarde, zodat per persoon gemiddeld een ruimte beschikbaar is van minder dan één voetbalveld. Grote delen van de aarde onbewoonbaar geworden van klimaatverandering. Daarnaast is een enorme vluchtelingenstroom van zo’n drie miljard mensen op gang gekomen vooral vanuit de armste landen richting de rijke Westerse landen.
Vijftig mensen bezitten 95% van alle rijkdom op aarde. De rijkste 1% van de aardbewoners woont in streng beveiligde enclaves op aarde waar alle luxe in overdaad beschikbaar is. De economie in de rijke enclaves kent robotisering. Gemiddeld hebben de mensen in de enclaves een werkdag van twee uur.
De andere groep mensen zijn arm. Zij hebben stress, vervuiling, gebrek aan voedsel, water, onderlinge agressie en talloze nieuwe ziekten. Deze mensen wonen in sloppenwijken die zowat de hele aarde bedekken. De armen hebben geen rol meer in de economie, niet meer als consument en ook niet als arbeider. Voor de armen is de enige economische activiteit ruilhandel en verwerking van afval naar grondstoffen voor de enclaves.
De meeste overheden, behalve die in de rijke enclaves, zijn bezweken onder de schuldenlasten. De oceanen zijn zeer vervuild en bevatten geen vis meer. Dieren in het wild zijn geheel uitgestorven. Er zijn alleen nog een paar duizend soorten vee, huisdieren, kwallen en insecten. De armen worden op afstand gehouden van de rijke enclaves. Het is toegestaan om atoomwapens te gebruiken buiten een straal van vijftig kilometer rond de rijke enclaves, voor als de arme mensen te agressief worden en proberen de enclaves binnen te dringen.
Reptielenbrein
Al drie miljard jaar bestaat er leven op aarde en ongeveer een half miljard jaar geleden ontwikkelden sommige levensvormen een rudimentair brein. Dit brein is geëvolueerd naar een zeer effectief instrument.
Dit rudimentaire brein (of reptielenbrein) zorgde ervoor dat we reageerden op situaties op de meest effectieve manier. Dit met als doel te overleven en ons voort te planten. De eerste reflexen waren vluchten en vechten. Later werden meer complexe gedragspatronen en emoties toegevoegd, evenals het vermogen om nieuw gedrag te leren, net zoals veel dieren dat kunnen.
Ons reptielenbrein stelde ons in staat om op de meest efficiënte manier te functioneren en ons te helpen bij het vinden van voedsel en water. Onze hersenen hielpen ons om te overleven in sociale groepen door middel van emoties en win-win-gedrag en stelde ons in staat om nieuwe dingen te leren. Het reptielenbrein is de afgelopen paar honderd miljoen jaar zeer effectief geworden. Ook vandaag bepaalt het reptielenbrein het grootste deel van ons gedrag.

Mensenbrein
Ongeveer honderdvijftig duizend jaar geleden (een fractie van tijd vergeleken met de drie miljard jaar van het leven op aarde) begon ons brein drastisch te veranderen. Onze grootgrootouders, die op apen leken, begonnen rechtop te lopen en er gebeurde iets vreemds met onze hersenen. Bovenop het reptielenbrein begon een nieuw brein te groeien, met nieuwe functies en mogelijkheden. Dit nieuwe brein noemen we nu het mensenbrein.
Deze nieuwe soort liep rechtop. Een mensenbrein ontwikkelde zich. Het mensenbrein stelde ons in staat om van dingen bewust te worden, om plannen te maken, om dingen te begrijpen, om logisch te redeneren, om taal te ontwikkelen en te fantaseren over de toekomst. Deze breinfuncties waren nieuw en gaven mensen een enorme voorsprong op andere levende wezens die alleen een reptielenbrein hadden (en nog steeds hebben).
Mensen begonnen goed gebruik te maken van hun nieuwe mensenbrein door werktuigen uit te vinden, vuur te maken, taal en wapens te ontwikkelen en nog later religies, organisatiestructuren, wetenschap en hiërarchische klassen. Het natuurlijke proces van evolutie van de mens werd daardoor enorm versneld.
Lui
Ons brein is lui en streeft naar een minimaal energieverbruik. Daarom overheerst het reptielenbrein. Het reptielenbrein is gespecialiseerd in onbewuste en automatische processen. Het reptielenbrein verbruikt minder energie, omdat het niet kan nadenken. Dat is de reden dat we kunnen autorijden (automatisch proces vanuit het reptielenbrein) en tegelijk aan iets anders kunnen denken of iets anders kunnen doen (mensenbrein). Dit is ook de reden waarom gedrag zo lastig te veranderen is, het reptielenbrein werkt het grootste deel van de tijd op de automatische piloot. De meeste van deze onbewuste en automatische processen zijn gewoontes of reacties op prikkels uit de omgeving.
Kort samengevat, het reptielenbrein stuurt gedrag aan en ons mensenbrein bedenkt de juiste argumenten bij ons gedrag. Ons bewustzijn is gezeteld in het mensenbrein.
Delen van ons brein
De oudste delen van ons brein zijn de kleine hersenen, inclusief de hypothalamus (evolutionair gezien oud, zo’n vijfhonderd miljoen jaar), ook wel ons reptielenbrein genoemd.
De schors om de hersenen noemen we de neocortex (of mensenbrein), evolutionair gezien jong, pas zo’n honderdvijftig duizend jaar. De neocortex is verantwoordelijk voor hogere cognitieve taken, zoals planning, reflectie en redeneren. Ook ons bewustzijn zetelt in de neocortex.
Bewust kiezen
Het oude hersendeel is het reptielenbrein. Het nieuwe hersendeel is het mensenbrein. Bewustzijn een functie van het mensenbrein. Om bewust te kunnen nadenken over toekomstige gebeurtenissen hebben we het mensenbrein nodig en helaas is dat nog niet zo goed ontwikkeld als het reptielenbrein. Het overgrote deel van ons gedrag wordt direct aangestuurd door het reptielenbrein. Daarom is gedrag zo lastig te veranderen. Onze capaciteit om bewust te kiezen is beperkt. Het reptielenbrein is veel beter ontwikkeld dan het mensenbrein.
Deze verdeling betekent dat mensen zich niet bewust zijn van het merendeel van hun eigen gedrag. Het lijkt vanzelf te gaan en ons bewustzijn accepteert dit. We willen wel graag geloven dat ons gedrag gebaseerd is op bewuste keuzes en rationele motieven. Helaas, niets is minder waar. Dit is een belangrijk argument om mensen bewust te maken van hun eigen gedrag en de componenten die gedrag bepalen.
Misvatting
Een belangrijke misvatting is, zoals we in de voorgaande paragraaf hebben gezien, dat we controle hebben over ons gedrag. Helaas klopt dat niet, ons dagelijks gedrag wordt grotendeels (meer dan 95%) onbewust door ons reptielenbrein aangestuurd. Terwijl we de illusie hebben dat we wel degelijk de controle hebben. Deze illusie wordt door het mensenbrein in stand gehouden.
Eerst nadenken over dingen is dus belangrijk, maar vereist inspanning van het mensenbrein en dat doet ons brein liever niet. Dat is liever lui dan moe. Het reptielenbrein streeft naar gemak. Dit geeft een hele verzameling aan misvattingen, illusies, gemiste kansen, vooroordelen, inschattingsfouten en ongezonde of onveilige handelingen. Dit is de grootste belemmering om als samenleving vooruit te komen.
Een politicus, manager of leidinggevende zou geholpen zijn met wat praktische kennis over het kennis. En zou op die manier beter in staat zijn gedrag van mensen te begrijpen en te beïnvloeden inclusief zijn of haar eigen gedrag. Een voorwaarde is wel dat deze kennis gekoppeld moet zijn aan ethisch of spiritueel leiderschap en niet gebruikt wordt om mensen te manipuleren.
Goede voornemens
Gedrag begint bij goede voornemens. Dat is een bewust proces. Voorbeelden: ‘Ik ga vandaag het gesprek aan en ik blijf relax.’ ‘Ik ga stoppen met roken.’ ‘Ik gebruik de auto minder.’ Ons mensenbrein probeert ons leven continu te controleren. Ons mensenbrein maakt voornemens, plannen en taken. Ons mensenbrein stuurt het reptielenbrein. Waarna het reptielenbrein het gedrag stuurt.
Impulsief
In de werkelijkheid van alledag zijn we in het hier en nu en reageren we op prikkels in de omgeving. Deze prikkels (fysieke of sociale prikkels) komen via onze zintuigen ons brein binnen. Ons reptielenbrein vergelijkt de prikkels razendsnel met eerdere ervaringen uit ons langetermijn geheugen. Daarna filteren de perceptiefilters (die ons wereldbeeld of ‘model van de wereld’ vormen) de informatie en hierdoor krijgt de gefilterde informatie een betekenis (perceptie).
Op basis van de betekenis wordt een reactie (=gedrag) in gang gezet. Dit proces verloopt razendsnel en onbewust. Helaas is ons mensenbrein vaak niet in staat om gedrag bij te sturen. Ons mensenbrein onderschat langetermijn gevolgen en overschat onze eigen capaciteiten. Dit zorgt ervoor dat het reptielenbrein haar gang kan gaan.
Het reptielenbrein is gebouwd om zo snel en effectief mogelijk te kunnen reageren op een situatie zodra die zich voordoet (eerst doen en dan denken dus). Het reptielenbrein put hierbij uit een bibliotheek van kennis, vroegere ervaringen en conditioneringen uit het langetermijn geheugen. Dit gedrag kan zijn een primaire reactie (vechten, vluchten, bevriezen) of een geconditioneerde reactie uit het langetermijn geheugen (een gewoonte). Sommige reacties verlopen nog sneller via ons ruggenmerg, bijvoorbeeld als je een gloeiend hete oven aanraakt (reflex).
Ons brein verwerkt de meeste prikkels uit de omgeving onbewust. We zijn ons alleen bewust van een klein stukje informatie waaraan we op dat moment aandacht geven. Dat maakt het zo lastig voor ons om na te denken over langetermijn gevolgen.
Tegen jezelf praten
Soms denken we bewust even na over wat er gebeurde (met het mensenbrein), bijvoorbeeld als iemand ons op ons gedrag aanspreekt. Als ons gedrag niet helemaal overeenkomt met ons goede voornemen dan praten we tegen onszelf. Dit is de linkerhelft van het mensenbrein. Dit betekent dat ons mensenbrein argumenten bedenkt zodat onze waarden, houding of overtuigingen weer in overeenstemming zijn met ons gedrag. We praten als het ware ons gedrag goed.
Tegen ons zelf praten helpt ons om ons zelfbeeld zo positief mogelijk te houden. En ons zelfbeeld is positief als ons gedrag overeenkomt met onze waarden, houding en overtuigingen: ‘Ik doe alleen die dingen die ik zelf wil.’ Dus we zijn steeds op zoek naar informatie die onze keuzes en ons gedrag ondersteunt en ons zelfbeeld oppoetst. We willen ons goed voelen over onszelf. We doen er alles aan om de illusie in stand te houden dat ons gedrag overeenstemt met onze waarden, houding en overtuigingen. We maken onszelf wijs (onbewust) dat we het juiste gedrag laten zien.
Conditionering
De laatste stap in het proces is de opslag van een complete ervaring in ons langetermijn geheugen, voorzien van alle reflecties, bijbehorende emoties, overtuigingen et cetera. De ervaring is vanaf nu bruikbaar in toekomstige (vergelijkbare) situaties. Afhankelijk van de kracht van de emoties zal in de toekomst het gedrag vaker worden ingezet (als de consequenties positief waren) of juist vermeden worden (als de consequenties negatief waren).
Als een bepaald gedrag steeds wordt beloond, dan raakt een gedragspatroon dieper ingesleten. Soms is een ervaring zo emotioneel dat het gedrag direct wordt vastgelegd in het langetermijn geheugen, bijvoorbeeld als we iets heel ergs meemaken. Ook de opslag van een ervaring ons geheugen is een onbewust proces. Opslag in geheugen gaat automatisch.
Verwachtingen
In het proces van waarneming naar gedrag gaat een hoop mis. Als we iemand voor het eerst ontmoeten bijvoorbeeld. De eerste indruk die iemand op ons maakt, wordt in ons brein behoorlijk vervormd door stereotyperingen, vooroordelen, overtuigingen en verwachtingen. We hebben de illusie dat we iemand na een korte tijd al best goed kennen. Het reptielenbrein gebruikt sluiproutes door het brein om een persoon snel te kunnen ‘plaatsen’.
De vorming van deze eerste indruk gaat razendsnel. Vervolgens stelt het mensenbrein alles in het werk om onze verwachtingen bevestigd te krijgen. Het Pygmalion effect, zo genoemd door Rosenthal en Jacobson, is het effect dat mensen zich gedragen volgens de verwachtingen die anderen van ze hebben. Een leraar die hoge verwachtingen heeft van een kind zal dit kind onbewust een beetje voortrekken. Waardoor de kans dat de verwachtingen waarheid worden, vergroot wordt.
Attributie
Attributie is de verklaring die mensen geven voor hun gedrag of voor het gedrag van iemand anders. En daar zit nogal een verschil in. Gedrag van anderen verklaren we graag aan de hand van iemands persoonlijkheid, karakter en motieven. Ons eigen gedrag verklaren we liever aan de hand van externe factoren. De meesten van ons mogen bijvoorbeeld graag denken dat vooroordelen ons vreemd zijn.
We vinden andere mensen meer bevooroordeeld dan onszelf. Dat betekent dus dat anderen zichzelf ook als minder bevooroordeeld zien. Dit is weer een truc van ons mensenbrein met als doel het positief houden van ons zelfbeeld. Ons mensenbrein is voortdurend op zoek naar informatie die onze keuzes en ons gedrag ondersteunt en eventuele fouten goed praat.
Groepen
Eenzelfde mechanisme zien we terug in de manier hoe groepen naar elkaar kijken. Mensen blijken geneigd om andere groepen als homogener te zien. We denken dat de leden van de andere groep veel meer op elkaar lijken dan de leden van onze eigen groep. Een mogelijke oorzaak van deze stereotypering is dat we de leden van de andere groep minder vaak zien dan onze eigen groep.
Deze manier van kijken kan ertoe leiden dat we onze eigen groep als superieur zien. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. De evolutietheorie leert ons dat we binnen een groep meer overlevings- en voort-plantingskansen hebben dan als individu. Daarnaast wekt de omgang met onze eigen groep meer positieve emoties op. Herhaling in omgang levert een geconditioneerde respons op (fijn gevoel, veilig gevoel, trots gevoel, gevoel erbij te horen).
Vervolgens is een grotere kans dat leden van onze eigen groep ons gedrag positief bekrachtigen (belonen). En tot slot kennen we positieve eigenschappen toe aan onze groep, zodat we deze eigenschappen impliciet ook aan onszelf toe kennen (positief zelfbeeld). Door groepen met elkaar samen te laten werken nemen dit soort ongewenste fenomenen in kracht af.
De manier hoe we naar onszelf kijken verloopt op een vergelijkbare manier en is afhankelijk van de rol die we spelen.
Tot slot
Ons brein stuurt ons gedrag aanstuurt en mensen en groepen beïnvloeden elkaar. Het mensenbrein probeert rationeel te denken en te handelen, maar het is ons reptielenbrein dat ons gedrag aanstuurt. De twee breindelen lijken ieder een eigen leven te leiden en trekken zich niet veel van elkaar aan. De oude chinezen noemden dit fenomeen yin-yang, in het westen wordt de metafoor gebruikt van het engeltje op de ene schouder en het duveltje op de andere. De weeffout in ons hoofd is de oorzaak van de manier hoe we onze samenleving hebben ingericht.
Exponentiele groei
Naarmate het mensenbrein zich verder ontwikkelt, lijkt ons zelfbeeld steeds positiever te worden. Het mensenbrein geeft ons het gevoel van superioriteit, omdat bijna alles wat het mensenbrein ooit bedacht heeft, na een tijd werkelijkheid wordt. Veel mensen vinden letterlijk dat de mens boven de natuur staat. En deze ontwikkeling gaat steeds sneller.
We zijn nu honderdvijftig duizend jaar verder sinds de mens op het wereldtoneel verscheen. Met onze mensenbreinen hebben we een wereld ontworpen die onze harige voorouders zich niet hadden kunnen voorstellen. Veel dingen hebben zich positief ontwikkeld. De kans om te worden gedood door geweld is ongeveer tien keer zo laag als in de middeleeuwen. Wetenschap, uitvindingen, economie, hygiëne en onderwijs hebben ons leven op vele manieren verbeterd. De levensverwachting van de mens is hoger dan ooit en kindersterfte is lager dan ooit.
Bijwerkingen
Helaas zijn er onderweg enkele ongewenste bijwerkingen op ons pad verschenen. Vanwege de menselijke soort en zijn drang naar nieuw en meer is ons ecosysteem ernstig beschadigd en klimaatverandering is realiteit. De jacht naar macht en rijkdom door mensen heeft geleid tot enorme ongelijkheid tussen arm en rijk. Ook is er nog steeds ontoelaatbaar veel oorlog en menselijk leed in onze wereld.
Toch worden mensen zich langzaam bewust van deze ongewenste bijwerkingen. Maar dit bewustzijn leidt maar zeer langzaam tot de vereiste verandering. Dit is logisch, omdat ons brein geprogrammeerd is om oplossingen voor de korte termijn te vinden. De vraag is of de mens kan leren zijn mensenbrein te gebruiken om de juiste langetermijn beslissingen te nemen. Het enige verschil tussen mensen en dieren is het vermogen om bewust te kiezen. We zijn immers de enige soort met een mensenbrein. Het is dus aan onszelf om onze eigen soort te redden.
Tempo
Veranderingen voltrekken zich in een steeds hoger tempo, met een aantoonbare versnelling vanaf 1850 en nog een extra versnelling vanaf 1950. Dat is het moment dat dingen serieus de verkeerde richting op gingen, omdat mensen verreweg de dominante soort aan de top van de voedselketen werden. Omdat ons brein de snelheid van veranderingen niet meer kan bijbenen hebben veel mensen het gevoel dat we in een permanente crisis lijken te zitten op een heleboel gebieden. Ons zoogdierenbrein probeert ons te waarschuwen.
Sla een willekeurige krant open en je ziet berichten over financiële crises, voedselcrises, eurocrises, leiderschapscrises, energiecrises, crises in de zorg, crisis in het onderwijs, klimaatcrises, geloofscrises, schuldencrises et cetera. Veel dingen zijn ons boven het hoofd gegroeid. Denk aan de schuldenberg van landen, de groei van de wereldbevolking, de winstdruk op bedrijven, de hoeveelheid beschikbare informatie, de keuze aan producten en diensten, de veranderingen in ons leefmilieu, de hoeveelheid Wet- en Regelgeving voor het bedrijfsleven et cetera.
Het lijkt alsof we steeds meer dingen verzinnen waarvan we zelf de consequenties niet meer kunnen overzien. We dichten het ene gat met het andere, de bijwerkingen van de ene oplossing timmeren we dicht met een nieuwe oplossing. De samenhang lijkt op deze manier te verdwijnen waardoor niemand meer het overzicht heeft. We reageren alleen nog maar op wat er gebeurt in de hoop dat het helpt. Zo raken we steeds verder van onszelf vandaan.
© voor deze webpage: Copyright: HuManifest , Gerd-Jan Frijters, ISBN: 978-94-638-9575-0 , Uitgeverij Boekscout Soest , www.boekscout.nl, 2019